Zomertijd calculator

Met behulp van de onderstaande zomertijd calculator kan het begin- en het einddatum van de zomertijdperiode in de Europese Unie voor elk willekeurig jaar vanaf 1981 bepaald worden:

Zomertijdcalculator (geldig vanaf 1981)
Jaar   Begin zomertijd
(1h U.T.C.)
  Einde zomertijd
(1h U.T.C.)
       

Deze zomertijd calculator is gebaseerd op de onderstaande algoritmen:

Algoritmen voor het begin en het einde van de zomertijd in de Europese Unie vanaf 1981

Begin zomertijd (vanaf 1981):

    Zondag, 31 – [(f + 5) mod 7] maart (om 1h U.T.C.)

Einde zomertijd (van 1981 t/m 1995):

    Zondag, 30 – [(f + 6) mod 7] september (om 1h U.T.C.)

Einde zomertijd (vanaf 1996):

    Zondag, 31 – [(f + 2) mod 7] oktober (om 1h U.T.C.)

met: f = (floor((5 × jaar)/4) – floor (jaar/100) + floor(jaar/400)) mod 7

De functie floor(x) – ook bekend als de entier functie – is gedefinieerd als het grootste gehele getal kleiner of gelijk aan de inputwaarde. Dus floor(2.99) = 2, floor(1.01) = 1, floor(0) = 0, floor(–1.01) = –2, etc.

De modulo functie (a mod b) is gedefinieerd als de (positieve) rest van de deling van het getal a door het getal b. Dus 5 mod 7 = 5, 13 mod 7 = 6, –3 mod 7 = 4, etc.

De bovenstaande algoritmen gelden zolang de huidige zomertijdregeling van kracht blijft.

© R.H. van Gent (2000, 2003)

Op dezelfde wijze kunnen de data voor de zomertijdregeling die vanaf 2007 in de Verenigde Staten van Amerika gehanteerd word berekend worden uit de onderstaande algoritmen:

Algoritmen voor het begin en het einde van de zomertijd in de Verenigde Staten van Amerika vanaf 2007

Begin zomertijd:

    Zondag, 14 – [(f + 2) mod 7] maart

Einde zomertijd:

    Zondag, 7 – [(f + 2) mod 7] november

met: f = (floor((5 × jaar)/4) – floor (jaar/100) + floor(jaar/400)) mod 7

© R.H. van Gent (2005)

Aanvang van de zomertijd op of na paaszondag

Sinds de herinvoering van de zomertijd in 1977 valt het begin hiervan elk jaar meestal vóór de paasdagen maar soms kan het gebeuren dat deze met paaszondag samenvalt. Dit gebeurde in 1980, 1986, 1989, 1991, 1997, 2002, 2005, 2013 en 2016. Gedurende de 21ste eeuw zal dit verder nog plaatsvinden in 2024, 2027, 2032, 2035, 2043, 2046, 2054, 2059, 2062, 2065, 2070, 2073, 2081, 2084, 2086, 2092, 2097 en 2100.

In een heel enkel geval kan het voorkomen dat de zomertijdperiode pas na de paasdagen aanvangt. Sinds de herinvoering in 1977 heeft dit slechts eenmaal plaatsgevonden, in 1978 toen paaszondag op 26 maart viel en de zomertijd een week later (op 2 april) inging.

Onder de nu geldende regels (aanvang zomertijdperiode op de laatste zondag in maart) is dit alleen mogelijk als paaszondag op 22, 23 of 24 maart valt, hetgeen maar zelden plaatsvindt. Gedurende deze eeuw is het slechts eenmaal voorgekomen dat de zomertijdperiode pas na pasen aanving – dit gebeurde in het jaar 2008 toen paaszondag op 23 maart viel en de zomertijd een week later op 30 maart inging. Tot het einde van de 25ste eeuw (dus tot en met het jaar 2500) zal dit nog slechts acht maal gebeuren en wel in de jaren 2160, 2228, 2285, 2353, 2380, 2391, 2437 en 2475.