Drieëntwintig dozen stonden er in mijn kantoor. Tot de nok toe vol met papierwerk. Er moest namelijk verhuisd worden, van de tweede naar de vierde verdieping. De laatste weken was ik ijverig bezig geweest, en een nog veel grotere hoeveelheid papier was inmiddels verdwenen in de blauwe containers, die op de tweede verdieping van het Buys Ballotlaboratorium aan en afgevoed werden met een nog niet eerder vertoonde frequentie. Alle dozen die nu nog in mijn kamer stonden bevatten materiaal waar ik om één of andere mysterieuze reden geen afscheid heb kunnen nemen. De verhuizers mopperden dat de dozen veel te vol zaten. "Pas op Uw rug", waarschuwde ik nog bij één van de zwaarste dozen. Dat was de doos die volledig gevuld was met brieven die ik in de loop der tijden heb ontvangen. "Crack mail", had ik op de doos gekalkt.
De inhoud van deze doos is mij bijzonder dierbaar. Ongeveer wekelijks, met plotselinge uitschieters als er net een televisieprogramma of krantenbericht is geweest, weten briefschrijvers mij te vinden. Er zijn collega's die niet van zulke post gediend zijn, de brieven retour zenden of wegmieteren, maar ik vind dit kostbaar goed. Vaak is er diep en intens nagedacht over opzienbarende ontdekkingen door de auteur, en de bevindingen worden in sierrijk proza opgediend.
Ik doe even een greep.
"Op 25 november 1997", zo schrijft een genie uit Canada, "heb ik u een kopie gestuurd van mijn artikel, "A Unified Field Theory", maar achteraf gezien zal ik Uw bereidheid wel overschat hebben om een paar van Uw kostbare uren aan een ongevraagd manuscript te besteden, van een onbekende auteur. Maar hij is bereid zijn ontdekking nog eens kort samen te vatten. Zo beginnen veel van mijn brieven, maar daarna komt er altijd iets unieks. Dit keer bestaat de wereld uit "rotonen", die alleen met de lichtsnelheid c kunnen voortbewegen. Er zitten tekeningetjes bij van cirkels en pijlen. De bijbehorende formules worden aan mij overgelaten.
Bij een andere willekeurige greep komt een brief uit 1989 tevoorschijn, na de cursus "Van quantum tot Quark". Als de zwaartekracht niet verdwijnt bij R«r", staat er, en dan in hoofdletters: "DAN DIENT MEN BIJ HOGE ENERGIE EXPERIMENTEN BEDACHT TE ZIJN OP DE MOGELIJKE FORMATIE VAN EEN ZWART GAT!". De schrijver heeft overheid (o.a. de minister president), en "enkele andere centra" hiervoor gewaarschuwd. Zouden deze aangeschrevenen weten dat een deeltjesversneller de Mc2 behorende bij miljoenen tonnen materie aan energie nodig zouden hebben om een zwart gat van het gevaarlijke soort te kunnen produceren? Ik heb er in ieder geval niets meer van vernomen.
Zijn er ook vrouwen bij? Jazeker.
"Hoi!
Je kent me niet en ik zal me even voorstellen. Ik heet ... ; ooit heb ik
een blauw jaar natuurkunde gestudeerd." Maar schrijfster is doorgegaan in de
filosofie, heeft nu allerlei vragen over de intepretatie van de
quantummechanica, en wil "graag komen bomen over een aantal dingen in de
quantumwereld." Ze heeft gelezen dat dingen niet bestaan zolang we ze niet
waarnemen. Die "antroposentrismen" vindt ze "al verdacht veel lijken op een
dualisme mens-quant, met de bijbehorende metafiziese rimram direkt om de
hoek op de loer liggend". Ik ben niet wezen bomen.
Ook bevat mijn doos brieven die er op het eerste gezicht heel technisch en professioneel uitzien. Een auteur beklaagt zich omdat een referee geadviseerd heeft "... not to publish this type of article in any of the journals of physics". Hij vindt dat de Lorentz-symmetrie van een Diracdeeltje moet worden uitgebreid, door over te gaan op quaternionen. Dat zijn theorie als onzin wordt terzijde geschoven wijdt hij aan onze onmeletijke verering van ene Albert Einstein en diens kortzichtige opvattingen over Lorentzinvariantie.
De volgende brief die ik uit mijn doos graai is van een gevaarlijk soort oplichter, uit Portland, Oregon. Hij vraagt mijn medewerking bij praktische toepassingen van het Higgsmechanisme, en zegt mijn "most valuable published papers" te hebben bestudeerd als referenties in de beschrijving van internationaal gepatenteerde uitvindingen, zoals een "space propulsion system", gebruik makend van een "Bose-Eindtein condensate", "quantum tunnelling", en "faster than light particles". Op zijn web-pagina wordt alles verder uiteengezet. Het geschetste apparaat schittert er van een ontwapenende eenvoud. Het heeft de vorm van een kubus.
Ik heb nog maar een honderdste van mijn doos behandeld, dus ik zou nog honderd FYLAKRA's kunnen volschrijven. Iedere brief die ik krijg is op zijn manier weer uniek. Slechts één algemene regel heb ik erin kunnen ontwaren, en dat is wat er gebeurt als ik reageer. Soms vind ik een brief interessant of aardig genoeg om kort te beantwoorden. Dat we echt wel meer weten over antideeltjes, bijvoorbeeld, of over gravitatie, en dat ons bewustzijn niets met elementaire deeltjes heeft te maken, of waar de schrijver een kleine denkfout maakt. Wat er dan gebeurt is steevast hetzelfde. Er volgt een nieuwe brief, die 2 à 3 keer zo lang is als de vorige. En dit wordt een geometrische reeks die alleen eindigt als ik ophoud met reageren. Een heel enkele keer word ik echt boos, zoals toen die meneer zijn levenswerk met een heuse ketting aan het fotokopiëerapparaat van de bibliotheek bevestigde, met een kaartje eraan waarop stond: "kabinet 't Hooft". Ach, dat was slechts een incident.