WISB134 : Modellen en Simulatie

                                                                                                     

Docent(en): Karma Dajani (Periode 3) en Thijs Ruijgrok (periode 4)
Werkcollege begeleiders: Bas Fagginger Auer, Arjen Baarsma, Thijs van der Klauw (studentassistent), Johnson Leow (studentassistent) en Kasper Dokter(studentassistent).

Tijd en Plaats:

blok 3 en 4
tijd plaats
hoorcollege woensdag 13.15-15 AARD KLEIN
werkcollege en
computer practicum
woensdag 15.15-17.00

611 en
CZ514
computer practicum
en werkcollege
woensdag 15.15-17

611 en CZ 503, 509, 510, 514


WerkCollege:

groep 1-- begeleiders: Arjen Baarsma en Thijs van der Klauw--zaal 611.
groep 2--begeleiders: Bas Fagginger Auer, Johnson Leow en Kasper Dokter-- computerzalen 514, 510, 509 en 503.

Dictaat: Modellen en Simulatie door Frits Beukers
Als het dictaat nog niet beschikbaar is in het eerste week, print dan de eerste hoofdstuk van het Dictaat.

ECTS : 7.5 studiepunten

In dit vak staat de betekenis van de wiskunde voor wetenschap en maatschappij centraal. We maken kennis met wiskundige modellen voor verschijnselen in de biologie, de mechanica en de economie. Voor elk van deze probleemgebieden worden vervolgens wiskundige technieken gepresenteerd die ontleend zijn aan de lineaire algebra, de theorie van iteratie en differentievergelijkingen en de theorie van differentiaalvergelijkingen. Achtereenvolgens komen wat de wiskunde betreft aan de orde: iteratie van functies, bifurcaties, Markovprocessen, differentievergelijkingen lineair en niet-lineair, differentiaalvergelijkingen van eerste en tweede orde en optimalisatie d.m.v. de simplexmethode.

In tegenstelling tot wat je gewend bent van andere wiskundevakken ligt de nadruk niet zozeer op het zorgvuldig formuleren en bewijzen van stellingen, maar vooral op toepassingen waarbij de computer een sleutelrol vervult. De typische gang bij het opstellen en toepassen van een wiskundig model zou je in drie fasen kunnen opsplitsen:

Dit is slechts een schets. In de praktijk zul je vaak tussen deze fasen heen en weer springen om je model waar nodig te corrigeren of te verfijnen.

De eerste en derde fase lenen zich vooral voor bespreking tijdens een hoorcollege of theoretisch practicum, terwijl je met de tweede fase het best ervaring kunt opdoen terwijl je achter een computer zit. Als je deze werkwijze voor ogen houdt zul je begrijpen dat het practicum een integraal onderdeel van het vak uitmaakt, en dat tijdens het praktikum intensief gebruik zal worden gemaakt van de computer. Van een aantal opgaven moet een verslag worden gemaakt.

Bij het college en de practica wordt gebruik gemaakt van het dictaat Modellen en Simulatie van Frits Beukers, verkrijgbaar bij de dictaatverkoop in het Minnaertgebouw.

Er dienen 3 verslagen ingeleverd te worden. Schrijf een verslag als een "self-contained" document (van ca. 7 blz.), dat wil zeggen als een goed gestructureerd verhaal met inleiding en conclusie, en met tekst en uitleg waarin geen (impliciete of expliciete) verwijzingen naar de opgave uit het dictaat voorkomen. Beantwoord uiteraard wel alle vragen voor zover je kunt. Waar zeer op gelet wordt is dat het werkstukje goed is ingedeeld, aantrekkelijk en duidelijk geschreven. De lezer die men zich als doelgroep moet voorstellen is een eerste jaars die om een of andere reden niet aan dit praktikum meedoet. De lezer weet dus nog niet waar het over gaat en is niet geinteresseerd in het nakijken van opgaven. Het verhaal moet voor deze lezer toch aantrekkelijk en duidelijk zijn. Dus als er in het werkstukje iets staat als "we maken nu onderdeel 6", dan moet je niet verbaasd zijn als het cijfer voor het werkstuk onvoldoende is.

De verslagen worden beoordeeld met 0-8 punten voor de inhoud en 0-2 punten voor de presentatie. De 10 is dus gereserveerd voor verslagen waarin niet alleen de betreffende vragen goed zijn opgelost, maar die ook goed gestructureerd en helder geschreven zijn. Een creatieve inbreng kan eveneens reden voor extra beloning zijn.

Het verslag moet in LaTeX gemaakt worden. Naar aanleiding van vroeger ingeleverde opgaven heeft Arno Swart een aantal opmerkingen (pdf, ps) bij het schrijven van een verslag in LaTeX verzameld.

De opdrachten zijn niet altijd eenvoudig; stel dus vragen aan de practicumleider, werk liefst met een practicumpartner aan de oplossing, maar maak je eigen verslag volgens je eigen voorkeur.  Onderschat de tijd die je kwijt bent aan het schrijven van de verslagen niet.

Om te voorkomen dat (delen van) verslagen gewoon over worden genomen, geldt de volgende frauderegeling: waar gecopieerd is tellen de beteffende delen voor beide verslagen niet mee (we maken dus geen verschil tussen `origineel' en `copie'!); indien dit voor een overgroot gedeelte van een verslag geldt, dan wordt het hele verslag met onvoldoende (0 punten) beoordeeld.

Regels bij het inleveren van de verslagen:
--Julie mogen met een practicumpartner werken en ook het verslag schrijven (maximaal twee studenten per verslag).
--Er is een strikt inleverregel: uiterlijk om 17 uur op de aangegeven inleverdatum.
--stuur geen pdf-file van het verslag.  Je moet het verslag outprinten en bij de practicumleider inleveren.


Aan het eind van het college is een tentamen. Het eindcijfer komt tot stand door het gemiddelde te nemen van de beoordelingen voor

mits op het laatste minimaal een 5 behaald is. Kortom, E = (V1 + V2 + V3 + max(T,H) )/4.

(Voorlopige)Rooster


Het eerste verslag gaat over opgave 1.4.12, in te leveren op woensdag 10 maart tijdens het werkcollege.
Het tweedeverslag gaat over opgave 2.6.20, in te leveren op woensdag 14 april tijdens het werkcollege.  Neushoorns.nb Het derdeverslag gaat over opgave 4.4.15 , in te leveren op woensdag 2 juni tijdens het werkcollege.  resonantie.nb
Het tentamen zal in week 25 plaatsvinden.