Het verhaal

Kaapstad

Na een zomer vol voorbereidingen beginnen we op 30 november 1997 onze reis naar Antarctica om deel te nemen aan de Swedish Antarctic Research Programme (SWEDARP) expeditie van 1997/98. Onze eerste stop is Kaapstad. Daar ontmoeten we de deelnemers uit Zweden, Noorwegen, Finland, IJsland en Zuid-Afrika, die samen met ons naar Antarctica zullen reizen. Het Nederlandse team bestaat uit vier personen, Richard Bintanja, Carleen Reijmer (de auteur) Henk Snellen en Martijn Thomassen. In de ochtend van 4 december vertrekken we op de SAS Outeniqua voor de ±4500 km lange bootreis over de Zuidelijke Oceaan naar Antarctica.

De bootreis

De Zuidelijke Oceaan is een van de meest beruchte oceanen wat betreft golven, stromingen en weer. Dit wordt uitgedrukt in de namen die de delen van de oceaan in de loop van de decenia hebben gekregen: Roaring Forties, Furious Fifties en Screaming Sixties. We hebben geluk, het weer blijft redelijk tot goed gedurende de reis en op 13 december bereiken we het continent. De bootreis is zeker niet saai. Om te voorkomen dat wij, de wetenschappers, en de bemanning ons gaan vervelen worden er diverse evenementen georganiseerd. Deze evenementen variëren van een Braay (barbeque) en een tug of war contest (touwtrekken), tot lezingen en het kijken naar walvissen, dolfijnen en vogels. Op 8 december passeren we de Antarctische convergentie zone of polair front. Deze zone markeert de overgang van het warme equatoriale water naar het koude polaire water. Deze overgang is zichtbaar in een sterke verandering van zoutgehalte en temperatuur van het zeewater. Het water is ook voedselrijk en daarom zijn er hier ook veel vogels en zeezoogdieren te bewonderen. In de vroege ochtend van 8 december bereiken we Bouvetoya, een Noors eiland in het midden van de Zuidelijke Oceaan. Dit eilandje heeft de eer het meest afgelegen stukje land op aarde te zijn. Over zee is het dichtsbijzijnde stukje land meer dan 1600 km varen. Deze dag blijkt vol verrassingen te zitten. We zien onze eerste ijsberg en de eerste pinguins van deze reis. Op 9 december bereiken we de eerste velden met zeeijs. De vaarsnelheid wordt daardoor wel behoorlijk lager, van 17 knopen naar 10 knopen en minder. Een voordeel is wel dat zeeijs een dempende werking op de golven heeft en de meeste mensen nu geen last meer van zeeziekte hebben. Op 10 december passeren we de poolcirkel en daarom vereerde op 11 december Neptunus het schip met een bezoek. Op 12 december werpen wij onze eerste blik op Antarctische landijs voor de kust van Dronning Maud Land in de buurt van het Zuid-Afrikaanse station Sanae. Na wat omzwervingen om te dik zeeijs te ontwijken komen we op 13 december bij Rampen (Zweeds voor "rand") aan. We verlaten het schip op de 15de per helikopter voor ons 2 maanden durend verblijf op het continent.

De eerste dag

Onze eerste dag op het continent is ook direct een van de zwaarste. Om 9 uur 's ochtends laden wij een deel van onze container uit zodat de spullen die we de eerste week nodig hebben naar het zeeijs gebracht kunnen worden om met ons naar Svea gevlogen te worden. Om 1 uur 's middags brengen we onze persoonlijke spullen naar de helicopter en om half 2 verlaten we het schip. 'We' zijn Richard, Carleen en Henk. Martijn maakt deel uit van de boorploeg en zal ons later nog twee keer bezoeken. Op het zeeijs laden we de rest van onze spullen in en dan vertrekken we voor het eerste gedeelte van de helicoptervlucht naar Wasa. Wasa is een Zweeds onderzoeksstation dat op een nunatak met de naam Basen staat. Op Basen staat ook een Fins onderzoeksstation Aboa genaamd. We zijn om 3 uur bij Wasa, waar het een en ander ingeladen moet worden voor Svea, dat nog ruim een uur verder vliegen is. Om kwart over 5 bereiken we Svea en werpen we onze eerste blik op Scharffenbergbotnen en het hutje waar we de komende 2 maanden zullen wonen. Niet veel later gaan we al weer verder. Twee weerstations moeten naar locaties waar wij met een sneeuwscooter niet kunnen komen, te gevaarlijk. We vliegen dus. Om kwart over 6 zijn we op 74°33'21''S en 09°24'14''W op 2130 m boven zee niveau, de locatie van station 7. Het is hier -15°C met een pittig windje. Om 8 uur staat de mast. We moeten nog 3 kwartier wachten voordat de helicopter er weer is om ons naar de locatie van mast 6 te brengen 74°34'01''S en 10°41'44''W op 1665 m boven zee niveau. Om kwart voor 11 is deze mast ook af. Nu moeten we een uur wachten voordat de helicopter ons komt halen om naar Svea te brengen. De temperatuur is nu -17°C met een pittig windje maar het zonnetje blijft schijnen. Om middernacht zijn we eindelijk terug op Svea. We eten nog een kopje soep, het diner is erbij ingeschoten en proberen daarna te slapen. De eerste dag zit erop. De komende week zitten we gedrieen op Svea tot de boorploeg met onze container en de rest van de spullen hier komen.

De eerste week

De eerste week hebben we weinig te doen omdat we moeten wachten tot de rest van onze spullen over land naar ons gebracht wordt. We hebben alleen wat persoonlijke zaken en het materiaal dat we de eerste dag nodig hadden met de helicopter mee kunnen nemen. De eerste hele dag op Antarctica scharrelen we een beetje om Svea heen. We kijken of er al stromend water is (nog niet) en scheppen daarom sneeuw voor drinkwater. We draaien de wc-tent om zodat de ingang nu uit de wind ligt en we proberen de broodmachine uit. Tenslotten proberen we of de (antieke) sneeuwscooter die hier nog staat het nog doet. Hij doet het nog en de daaropvolgende dagen gebruiken we hem om de omgeving verder te verkennen. We gaan naar de ijsval toe en ik maak voor het eerst kennis met blauw ijs. De ijsval lijkt vanaf Svea heel dichtbij maar blijkt toch een half uurtje scooteren te zijn. Afstand schatten is moeilijk als je niets hebt om mee te vergelijken. Vanaf de ijsval is Svea niet eens zichtbaar, zo klein is de hut en de rotspunt waar hij op staat. We doen deze week ook nog wat nuttige dingen zoals een opstelling voor vergelijkende meetingen van temperatuur en vocht op zetten, de radio en de telefoon uit proberen en niet te vergeten de Nederlandse vlag ophangen naast de Zweedse. Verder zijn we gestart met wolkenwaarnemingen. Veel meer valt er echter niet te doen totdat onze spullen er zijn. Na een week weinig doen kijken we er ook wel naar uit. Ook omdat met onze spullen vers voedsel gebracht zal worden. Deze eerste week leven we op rijst en ingeblikte ham en cornedbeef uit 1988. Op 22 december halverwege de avond komt eindelijk de boorploeg met onze spullen. Zoals ik in mijn dagboek schreef: "Morgen gaat de pret beginnen".

Het werk

Die pret bestaat uit eerst het afladen van de slee met spullen en dan uitzoeken welke kisten bij welke opstelling horen. Voor we onze eigen masten op gaan bouwen helpen we eerst de boorploeg met het opzetten van de boortent. Op 24 december zetten we onze eerste meetmast op, mast 1 op blauw ijs bij de ijsval. Vanwege het mooie weer is het erg glad op het ijs wat het opbouwen er niet makkelijker op maakt. We zijn pas laat in de middag klaar en hebben nog net tijd om ons even op te frissen voor we voor het kerstdiner naar de boorploeg gaan. Op eerste kerstdag gaan we verder met het opbouwen, mast 2, ook op blauw ijs en mast 3 net buiten de vallei op sneeuw. Het weer blijft prachtig, zonnig en geen wind. We lopen bij mast 3 zelfs in t-shirt rond. Bij het opzetten van de laatste 2 masten (4 en 5) hebben we hulp nodig. De locaties zijn nog niet eerder door mensen bezocht waardoor er twee man met klim ervaring vooruitgaan om de weg voor ons te verkennen. Op 27 december gaan we deze stations opbouwen. Mast 5 staat hemelsbreed 25 km van Svea maar omdat we er niet in een rechte lijn naar toe kunnen vanwege enorme spletengebieden moeten we een tocht van 50 km maken per scooter om er te komen. Daardoor wordt het een lange dag. Het belangrijkste van het blauw ijs experiment staat nu. De komende weken zullen we alle stations elke 3 a 4 dagen bezoeken om data kaartjes te wisselen en na te gaan of alles het nog doet.

De projecten

Naast de meetmasten hebben we nog een aantal projecten die deels een aanvulling moeten zijn voor de mast metingen en deels ook kleine projectjes op zich zijn. Ter ondersteuning van de meetmasten doen we tweemaal per dag een radiosonde oplating. Een radiosonde is een ballon waaronder een klein pakketje met meetinstrumenten hangt dat temperatuur, vocht, windsnelheid en windrichting meet op verschillende hoogtes boven het oppervlak. Het vertelt dus iets over de atmosfeer boven de 10 m die we met de masten meten. Ook ter ondersteuning van de mast metingen doen we op 2 locaties metingen met een lierballon.

Het wonen

Deze 2 maanden hebben we in het Zweedse onderzoeksstation Svea gewoond. Svea is in januari 1988 opgericht opdat de Zweden konden deelnemen aan het Antarctische verdrag. In de jaren daarna zijn ze begonnen met het bouwen van Wasa, dat nu het hoofdstation van de Zweden op Antarctica is. Svea bestaat uit 2 kleine wooncontainers die tegenelkaar op een rots gezet zijn. Het geheel is 2 bij 6 meter en bestaat uit een slaapgedeelte en een woongedeelte. Er kunnen 4 mensen in overnachten maar 3 is al meer dan genoeg. De voorzieningen in Svea zijn goed. Er zit een gaskachel in die goed in staat is om de hut warm te houden en er kan op 2 gaspitten gekookt worden. De watervoorziening bestaat uit een ton die onderin het aanrecht staat en waaruit je met een handpompje water kunt halen. Om water te krijgen smelten we aan het begin van ons verblijf sneeuw. Later is het ook mogelijk om smeltwater op te pompen. Energie voorziening zou zonne-energie moeten zijn maar in de winter zijn de zonnepanelen van het dak gewaaid. Vandaar dat we toch een generator moeten gebruiken. Daar laden we een tweetal accu's mee op zodat we ook zonder de generator van onze computers gebruik kunnen maken. Onze wc bestaat uit een scott-tent met een ton, een douche hebben we niet. Tweemaal op een zonnige windstille dag hebben we water opgewarmd, in een tonnetje gedaan en hebben we ons buiten gewassen. Voedsel is voornamelijk diepgevroren en ligt buiten begraven in de sneeuw. Verse groente hebben we alleen aan het begin van ons verblijf. Ons meest kostbare bezit is een broodmachine. Eens in de 2 dagen laten we de generator ruim 3 uur lopen om vers brood te bakken. Deze broden bleken ook een goed ruilmiddel te zijn. Tenslotte de communicatievoorziening. De bedoeling was dat we met behulp van radio's eens per dag contact met Wasa zouden hebben. Doordat er een kabeltje van het relay station miste bleek de radio echter niet te werken en hebben we voornamelijk met behulp van een satelliet telefoon gecommuniceerd. Met deze satelliet telefoon konden we ook mailen en op die manier hebben we regelmatig contact met de buitenwereld gehad.

De omgeving


FINNARP

Links

Ik ben niet de enige die over deze tocht het een en ander op het internet gezet heeft. Meer informatie over wat de Zuid Afrikanen, de IJslanders, de Noren, de Zweden en de Finnen gedurende deze trip (en andere) hebben gedaan is onder andere te vinden op de volgende internet paginas:

Met dank aan

Richard Bintanja, Henk Snellen en Martijn Thomassen. Een groot deel van de fotos op deze webpaginas is door hen gemaakt.