Welkom bij marco@work, waar ik mijn promotieonderzoek documenteer in het kader van het Determinants of Dialectal Variation project.
Welcome to marco@work, where I document my Ph.D research in the context of the Determinants of Dialectal Variation project.

 Onderdelen
· Startpagina
· Afbeeldingen
· Archief
· Downloads
· Lidmaatschap
· Links
· Onderwerpen
· Statistieken

 Speerpunten
· Meertens pagina
· Video
· Powerpoint
· Paper
· Status
· Literatuurlijst
· Project portaal
· Recentelijk
· Taalhulpjes
· /

 Babylon

 Prijsuitreiking


 marco@work

© 2003-2007
Marco Rene Spruit

Persbericht bij verdediging proefschrift op 26 maart 2008
Geplaatst op Vrijdag 07 maart @ 11:09:34 GMT+1

Onderzoek Het multidisciplinaire onderzoek van Marco Spruit verweeft en vernieuwt inzichten in de onderzoeksgebieden van dialectologie, dialectometrie, syntactische variatie, data analyse en data mining. De afgelopen vier jaar bestudeerde hij de taalkundige verschillen op zinsbouwniveau in 267 dialecten in Nederland en België. Dergelijke taalverschillen omvatten onder meer de verschillende volgordes en functies van de woorden in een zin, waarbij de zinsvarianten dezelfde betekenis uitdrukken.

De volgende vier zinnen illustreren de taalvariatie die men in Nederlandse dialecten aantreft in het gebruik van het voegwoord als aankondiging van een bijzin: “Het lijkt wel OF er iemand in de tuin staat”, “Het lijkt wel DAT er iemand in de tuin staat”, “Het lijkt wel OF DAT er iemand in de tuin staat” en “Het lijkt wel OF er STAAT iemand in de tuin”. Deze en honderden andere zinsvarianten zijn verzameld in de Syntactische Atlas van de Nederlandse Dialecten, waar deze kwantitatieve studie dankbaar gebruik van maakt.

Dit onderzoek bestudeert de onderlinge relaties tussen de honderden zinsvarianten met behulp van een “taalkundige liniaal”: een computationeel instrument dat verschillen in zinsbouw vertaalt naar numerieke waarden. Hiermee is het mogelijk om te “tellen met taal”. De opgetelde taalverschillen tussen dialectenparen resulteren in taalvariatiepatronen die op meerdere abstractieniveaus gevisualiseerd worden op geografische kleurenkaarten. Dit eerste perspectief op zinsbouwvariatie toont onder meer op overtuigende wijze aan dat er een coherente relatie bestaat tussen geaggregeerde verschillen in zinsbouw en geografische afstand. Het tweede perspectief op zinsbouwvariatie relateert de variatiepatronen in zinsbouw met patronen op het gebied van woorduitspraak en woordkeus. Dit toont aan dat er een mate van structurele of typologische verwantschap bestaat tussen deze drie taalkundige niveaus. Het derde perspectief op zinsbouwvariatie introduceert een “taalkundige liniaal” waarmee de mate van overeenkomst tussen willekeurige combinaties van zinsvarianten ontdekt kan worden. Deze drie perspectieven bieden nieuwe inzichten en methoden om het menselijke taalsysteem beter te begrijpen en reeds bestaande taaltheoretische inzichten te valideren.

Een greep uit de nieuwswaardige resultaten:

  • Dit onderzoek toont aan dat er een coherente relatie bestaat tussen geaggregeerde verschillen in zinsbouw en geografische afstand. Indien taalvariatiepatronen gezien zouden kunnen worden als reflecties van het taalkundige, politieke, culturele en sociale verleden, dan zou dit wellicht een verklaring kunnen bieden voor het feit dat de noordelijke taalgrens van het Brabantse dialectgebied. Deze valt namelijk nauw samen met de traditionele katholiek-protestantse geografische grens.

    Een bijzonder aspect van syntactische variatie is het feit dat de meeste mensen niet of minder bewust lijken te zijn van taalvariatie op dit niveau. Dit kan een verklaring zijn voor het fenomeen van de Friese stadsdialecten. Op uitspraakniveau wijken deze Standaard Nederlands klinkende dialecten namelijk sterk af van de omringende Friese dialecten. Op zinsbouwniveau echter niet. De politieke turbulentie in de 16e eeuw zou een verklaring kunnen bieden in combinatie met de relatieve onbekendheid met zinsbouwkenmerken bij de gemiddelde taalgebruiker.

  • Dit onderzoek toont aan dat er een zekere mate van structurele of typologische verwantschap bestaat tussen de taalkundige niveaus van zinsbouw, uitspraak en woordkeus. Fundamenteel vervolgonderzoek is echter nodig om de aard van de verwantschap te kunnen verklaren.
  • Dit onderzoek biedt het taalkundige gereedschap om te kunnen zeggen: als mensen kunnen zeggen “As gij gezond leeft, leefde gij langer”, dan kunnen ze tevens zeggen “As gulder gezond leeft, leefde gulder langer”. Hieruit kan afgeleid worden dat “gij” en “gulder” tot hetzelfde paradigma behoren (enkelvoudige versus meervoudige vorm).
De volgende pagina bevat een selectie met aanvullend beeldmateriaal voor de pers en overige belangstellenden.

Noot: Het proefschrift Quantitative perspectives on syntactic variation in Dutch dialects is in te zien en na te bestellen op de LOT dissertation series website.

 
 Gerelateerde links
· Meer over Onderzoek
· Nieuws door Marco


Meest gelezen verhaal om Onderzoek:
Promotieplan met uitleg


 Score Artikel
Gemiddelde score: 3
Stemmen: 2


Neem even tijd om dit artikel te beoordelen:

Uitstekend
Zeer Goed
Goed
Gewoon
Slecht


 Opties

 Printervriendelijke pagina Printervriendelijke pagina

 Stuur dit verhaal naar een kennis Stuur dit verhaal naar een kennis