Hij werkte als operator bij een bandenfabriek tot er blijkbaar genoeg banden waren en hij stond op straat.
In deze tijd leerde ik Piet kennen dus het vervolg heb ik van dichter bij meegemaakt.
Vervolgens werkte hij een tijdje bij een chipfabriek, toen bij een dakpannenfabriek maar het werd allemaal geen succes.
De laatste jaren was Piet bezig zich te scholen als rijinstructeur: het rijden met auto's, motoren, bussen en vrachtauto's had altijd zijn hart al.
Hij heeft een tijd als instructeur bij een rijschool gewerkt en begon in de zomer van 2000 met het opzetten van een eigen rijschool.
Door Piet's overlijden werd de uitvoering van deze plannen hem helaas niet gegund!
Piet's radioverzameling omvatte circa 300 toestellen, en er zat van allerlei soorten wel iets bij. Aanvankelijk richtte Piet zich bij het verzamelen op de categorie van buizenportables, waarvan hij er dan ook vele tientallen had. Deze categorie is bij Nederlandse verzamelaars niet zo in zwang, omdat in Nederland Philips nogal dominant is in radioland, en Philips was niet heel actief in deze sector. Vanaf de tweede wereldoorlog heeft Philips misschien een 10 a 15 draagbare modellen op de markt gebracht, uiteraard had Piet die allemaal. De meeste van deze buizenportables zijn buitenlandse toestellen, veel uit Duitsland en Oost-Europa. De foto toont één van Piet's oudere modellen, een Amerikaanse, sober uitgevoerde radio, die net als de meeste van z'n collega's voor ongeveer de helft uit batterijvak bestaat.
Later begon Piet zich meer te interesseren voor grote, luxe transistorradios uit de jaren zestig en ook hiervan stonden inmiddels tientallen exemplaren in zijn woning. Maar ook waren er tafelradios uit de jaren dertig, luxe stereo-radios uit de jaren zestig, en buizen en gloeilampen. De verzamelhobby was dominant in Piet's inrichting: behalve een radiokamer had Piet ongeveer drie werkplaatsen door het huis verspreid en twintig van de mooiste radios in de huiskamer.
Via deze site legde Piet natuurlijk ook veel contact met andere verzamelaars. Zelden werd per email vergeefs een beroep op zijn kennis gedaan. Je kon bij Piet vaak terecht en niet alleen voor advies, want hij had ook een erg uitgebreide voorraad reserveonderdelen waar je vaak wat van kon overnemen.
Tijdens bezoekjes kwam vaak de onderdelenbak of soldeerbout op tafel, want samen prutsen vonden we toch steeds weer mooi! Hierbij tekende zich in de loop der tijd een mooie taakverdeling af, want Piet was verreweg het handigst in het uitvoeren van allerlei reparaties, terwijl de theoretische kennis van mij kwam. De linkerfoto toont Piet voor we op weg gaan voor een "expeditie" naar Maastricht in September 1998. Rechts werken we in Piet's radiowerkplaats aan een NSF3 uit 1926 die meekwam uit Maastricht. Later gingen we nog eens naar het huis van een overleden verzamelaar om spullen weg te halen, maar we kregen beiden last van ruimtegebrek (wie niet) en werden terughoudender in het meenemen van spullen.
Zoals dat gaat onder vrienden brachten we ook vaak iets voor elkaar mee: onderdelen, of soms ook complete toestellen. In de loop der jaren zijn ongeveer 15 toestellen uit het Nijmeegse naar mijn verzameling verhuisd, sommige daarvan zijn heel mooie stukken in mijn collectie zoals deze Highness buizenportable die hij me in 1999 als verjaardagscadeau gaf.
Piet's belangstelling was wel breder dan radios alleen: hij is bijvoorbeeld een keer op mijn werk komen kijken wat ik daar deed, en was ook altijd geïnteresseerd in de kinderen, verbouwingen van het huis, onze vakanties, etcetera. Als ik in het buitenland was wisselde ik alleen met Piet email uit (vanuit Slowakije, Bolivia, Frankrijk).
Piet was niet bijzonder religieus maar op dat gebied wel belangstellend en respectvol. In de Bijbel lezen we op diverse plaatsen over een leven na de dood, en hieruit mogen we de hoop halen dat wij Piet ooit weer terug zullen zien. Ik probeer in die hoop troost te vinden bij het gemis, en wens de familie en vrienden van Piet toe dat zij die troost ook mogen beleven.
Gerard Tel,
November 2000.