7. Siemens E566 Debeg

De ontvanger die u op deze foto afgebeeld ziet is een Siemens Debeg type E566 welke in de jaren zestig werd gebruikt aan boord van Duitse koopvaardijschepen. Deze professionele ontvangers waren zo zwaar (wellicht kent u de Racal ontvangers, deze zijn nog een stuk robuster dan deze Siemens) dat ze onder gespecialiseerde verzamelaars worden aangeduid als "boat anchor". Deze Siemens wordt vanwege zijn kleurrijke afstemschaal ook wel de Regenboog-ontvanger genoemd.

Ontstaansgeschiedenis van Debeg

Na de tweede wereldoorlog stond de Duitse radioindustrie een aantal jaren onder strenge controle van de geallieerden. Slechts met hun toestemming mochten zenders worden gebouwd. Dit duurde echter slechts enkele jaren, en al spoedig begon Siemens met de bouw van zenders en ontvangers voor de Duitse koopvaardij, en rond 1960 werden topklasse ontvangers als deze geproduceerd.

De gebruiksmogelijkheden waren zeer divers. Men heeft geprobeerd zoveel mogelijk functionaliteit en betrouwbaarheid in één kastje te stoppen, zodat in een kleine ruimte een volwaardig ontvangstation kon worden gerealiseerd. De Siemens E566 voldeed aan de kwaliteitseisen voor zeewaardige koopvaardijschepen; dat was ook de oorspronkelijke bedoeling van de radio's, wat ook blijkt uit het beeldmerk waarin een scheepje is verwerkt. Maar verder werd hij gebruikt door bijvoorbeeld persagentschappen en ambassades. Er was voorzien in de mogelijkheid tot het aansluiten van een telex-schrijver of een zogenaamde "Hell-schreiber", een soort fax, rechts afgebeeld (Museum voor Communicatie in Den Haag). We mogen wel aannemen dat zend- en luisteramateurs in die tijd niet kapitaalkrachtig genoeg waren om deze ontvangers voor hun hobby te kopen.

Datering van de radio

Hoe oud is zo'n Debeg ontvanger nu? Er worden voor de Siemens E566 verschillende jaartallen genoemd, meest variërend van 1960 tot 1963. Het model is echter ouder. In 1957 is het zeilschip Pamir uit 1911 met een grootte van 3080 ton op de Atlantische Oceaan vergaan met man en muis en een Siemens E566 aan boord. Het gewicht van de ontvanger laat uw scheepje natuurlijk als een baksteen naar de bodem verdwijnen! Slechts zes van de 86 opvarenden overleefden het ongeluk.

Foto's van vroege E566's laten meestal een groene radio zien. Of de grijze uitvoeringen van later datum zijn is me niet bekend.

Technische beschrijving van de Siemens E566

Een gedetailleerde beschrijving van de ontvanger is in dit korte artikel niet mogelijk, maar een globale uitleg volgt aan de hand van het blokschema van de ontvanger. De technische gegevens van de Siemens Debeg zijn aan het eind van dit artikel getabelleerd.

De signalen komen links binnen, worden hoogfrequent versterkt (EF93) en in een EK90 gemengd met het oscillatorsignaal van de ECC82. In de banden 1 en 2 is het uitgangssignaal 50kHz en wordt het door een frequentieverdubbelaar (EK90) gestuurd om op de middenfrequentie van 100kHz uit te komen. In de banden 3 en 5 werkt de ontvanger als enkelsuper: de eerste mengtrap heeft 100kHz als uitgang en die gaat rechtstreeks naar de middenfrequent-versterker.

Op de banden 4 en 6 tot 12 is de Siemens een dubbelsuper: de eerste middenfrequentie is circa 1080kHz en dit signaal wordt in de tweede mengtrap (weer een EK90) gemengd met het tweede oscillatorsignaal (weer uit een ECC82) tot de middenfrequentie van 100kHz. De tweede oscillator (en daarmee feitelijk de eerste middenfrequentie) is over een bereik van 100kHz verstembaar, van 1180 tot 1280kHz; de bedoeling hiervan wordt straks uitgelegd.

Het 100kHz signaal wordt gefilterd door een vierkrings-filter en dan doorgegeven aan twee gescheiden middenfrequentversterkers, beide opgebouwd uit een EF93. De ene is smalbandig (voor CW telegrafie en EZB uitzendingen) en de andere breedbandig (voor AM uitzendingen). De regelspanning voor ASR en stuurspanning voor het afstemoog EM34 worden steeds afgenomen van die MF-buis die voor het signaal niet in gebruik is. Tenslotte is er voor AM een diode-detector EB91, en voor het CW/EZB deel een oscillator-detector ECC82.

De ontvanger is in verschillende modulen opgebouwd, en van binnen strak gecompartimenteerd. Alle buizen zitten natuurlijk in afschermbussen. Let op de forse voedingstrafo rechtsachter. De ontvanger kan uit wisselspanning worden gevoed, maar er was ook een speciale "wisselrichter" verkrijgbaar waarmee gelijkstroom kon worden gebruikt.

De ASR regelt vier buizen waarmee een dusdanig goede regeling bereikt wordt dat een variatie van de ingangsspanning met een factor 5000 wordt teruggebracht tot een factor 1,6. Desgewenst kan de hoogfrequente versterking handmatig geregeld worden; vooral bij enkelzijbandontvangst is dit veel prettiger, maar het is ook handig als je met een richtantenne een zender wilt peilen.

De laagfrequentversterker is een EL90, voorafgegaan door een stoorbegrenzer die uit twee diodes bestaat en simpelweg signaalpieken afsnijdt.

Ontvangsteigenschappen

De ontvanger is goed gevoelig en selectief en wordt niet overstuurd door sterke signalen op andere frequenties. De afstemnauwkeurigheid is zeer goed dankzij het principe van de "Frequenzlupe". In het RF deel zit een 100kHz kristal-oscillator (Eich-Oszillator, EF93) waarvan het signaal aan de RF ingang en MF versterker tegelijk kan worden toegevoerd. Door op de interferentietoon af te stemmen kan men de ontvanger precies op een harmonische van het ijksignaal, een veelvoud van 100kHz dus, afstemmen. Nu is bij de hogere banden de RF filtering breed genoeg om een band van ongeveer 100kHz door te laten, en het variëren van de tweede oscillator heeft tot doel, binnen deze band nauwkeurig af te kunnen stemmen. Deze wat ingewikkelde procedure maakt het mogelijk een schaal-nauwkeurigheid van ongeveer een halve kHz te bereiken.

Wat kun je beluisteren met een Debeg ontvanger? Begin met het aansluiten van een flinke draadantenne.

  1. Ik heb begrepen dat Band 1 (14-21kHz) voor contact met onderzeeërs bedoeld is geweest. Ik denk dat er niet zoveel onderzeeërs onder Zeist varen, want op deze band heb ik nog nooit iets gehoord.
    kHz Callsign
    325LLS
    331NV
    335NIK
    350ONW
    368NR
    De frequentie van de Duitse tijdzender, 77.5 kHz valt helaas buiten het bereik van de Siemens.
  2. Tussen de Lange- en Middengolf-frequenties zijn luchtvaartbakens te beluisteren. Deze zenden in toontelegrafie hun call steeds weer herhaald uit; de tabel geeft enkele van de door mij ontvangen calls.
  3. Uiteraard zijn de omroepzenders op Lange-, Midden- en Kortegolf prima te horen. Vermeldenswaard is hierbij, dat de geluidskwaliteit zeer goed is, ook voor muziek, terwijl de luidspreker slechts 5cm groot is.
  4. De communicatie tussen zendamateurs op de 80-, 40- en 20-meterband is zeer gemakkelijk te beluisteren, doordat de Frequenzlupe een zeer nauwkeurige afstemming mogelijk maakt.
  5. Ook het verkeer tussen 27Mc-gebruikers is te volgen, ondanks de modulatie in FM. Door flankdetectie komen de bakkies vervormd, maar verstaanbaar door.
Voor het beluisteren van korte stukken communicatie, zoals tussen vliegtuigen en bases, is deze ontvanger minder geschikt. Het verkeer duurt steeds te kort om goed te kunnen afstemmen, dit kost immers enige tijd op deze radio!

Zwakke plekken van de ontvanger

Ondanks de robuuste bouw van deze ontvanger kan er na verloop van enkele decennia natuurlijk iets kapot gaan. Dat is dan vervelend, want de ontvanger is ingewikkeld en het foutzoeken kan lastig zijn. De meeste schakelingen komen ook in huiskamer-ontvangers voor en zijn met een mulitmeter en wat verstand te diagnosticeren, maar sommige foefjes kunnen heel onverwacht voor storingen zorgen. Zo heb ik me eens enkele avonden over een slechtwerkende oscillator gebogen; uiteindelijk bleek de gloeispanning van deze ene buis te laag doordat de stroomstabilisator defect was.

Wanneer een onderdeel kapot is of ontbreekt heeft men al snel een huizenhoog probleem. De speciale palletjes, schakelaars, spoelen zijn nauwelijks door andere spullen te vervangen. En de ontvanger bevat heel wat speciale mechanische delen voor de afstemming en de fijnafstemming. Een speciale bron van ellende is de bandschakelaar: de sleden vallen met een oogje in pallen op de druktoetsen, maar die breken vaak af. In mijn ontvanger zijn er van de 12 al 8 gelijmd! De foto toont dit gedeelte van de ontvanger; links zie je de oscillatorspoelen en condensators, direct op de bandschakelaar gemonteerd, met afgenomen afscherming. Rechts de schakelnokken, enkele gelijmd op de plaats waar ze het schakelaarhuis binnengaan.

Ondanks deze trammelant vind ik deze Siemens E566 Debeg een mooi bezit. Het is een blikvanger die geen bezoeker ontgaat, en hij zorgt voor veel luisterplezier!

Andere exemplaren

De nog levende Debegs worden zorgvuldig door hun baasjes gekoesterd en van tijd tot tijd ontvang ik verzoeken voor informatie. Yuichi Yamamoto JA1FVJ (right) stuurde me een foto van zijn exemplaar, dat met Engelse bedrukking meer geschikt was voor een internationaal gebruik.

Carlos uit Spanje stuurde me een foto van zijn exemplaar, gekocht in 2009 van de Spaanse nazaten van een Duitse scheepskapitein. Merk op dat de plaatsing van de koptelefooncontacten anders is (en de kleur ook). Volgens Carlos is dit een exemplaar van de eerste generatie.

Technische gegevens
Type Siemens E566 Debeg, Duitsland, ca. 1961.
Banden
(1) 14-21 kc (4) 340-730 kc (7) 3,1-6,4 Mc (10) 14,7-20,3 Mc
(2) 85-175 kc (5) 720-1540 kc (8) 6,0-10,3 Mc (11) 19,7-25,3 Mc
(3) 170-350 kc (6) 1,5-3,2 Mc (9) 9,7-15,3 Mc (12) 24,7-30,3 Mc
Behuizing Staal, HxBxD = 52x33x35cm.
Gewicht: 34 kg.
Buizen
RF Sectie:
1. EF93 (RF-voortrap);
2. EF93 (ijkoscillator);
3. EK90 (eerste mengtrap);
4. ECC82 (eerste oscillator).
MF deel:
5. EK90 (freq. verdubbelaar);
6. EK90 (tweede mengtrap);
7. ECC82 (tweede oscillator);
8. EF93 (MF trap breed);
9. EF93 (MF trap smal);
10. EB91 (detector);
11-1. ECC82 (BFO en detector)
Audio en overig:
12-1. ECC82 (audio verst.);
12-2. EB91 (noise limiter);
13. EL90 (eindbuis);
11-2. EM34 (afstemoog);
14. OA2 (spanningsstabilisator);
15. OB2 (stroomstabilisator).


Gerard Tel