Explanation for Foreign Visitors |
This article discusses a few occurances of radio sets in a popular series of boy's books that was written during the nineteen fifties by a Dutch author, Willy van der Heide. I deliberately do not write this in English because, unfamiliar with these books (so popular in our country), you aren't going to like this anyways. |
De maestro himself is in lage-resolutie, zwartwit en van achteren vrij bekend van de omslag van de Bob-Eversboekjes, daarom hier een wat minder bekend shot.
Nu is van Willy van der Heide bekend dat hij een groot muziekliefhebber
was: hij was bevriend met Schilperoord, de leider van het Dutch Swing
College, en dit DSC vormt zelfs het decor van een deel van de serie
(B26 Stampij om een Schuiftrompet).
Er is daarom op vele plaatsen in de serie sprake van grammofoonplaten,
muziek (vaak de nummers met name genoemd) en.... radios:
in een interieurbeschrijving ontbreekt dit artikel zelden.
Zeker bij de eerste delen van de serie kan Van der heide onmogelijk met transistorradios bekend zijn geweest (die bestonden nog niet). Wat voor radios heeft hij voor ogen gehad bij het schrijven van de boeken?
Later, terug in Nederland, vaart Arie over de Ringvaart bij de Kaag:
B13 Een Motorboot voor een Drijvend Flesje (p124), en daar
spelen
natuurlijk ook weer batterijradios in de diverse zeilboten.
Deze zijn dan natuurlijk van het mobiele soort, zoals de afgebeelde
Vega Turist 401 uit 1953.
Ze hebben een lager
uitgangsvermogen, typisch 200mW, en dat je die over een druk bevaren
plas goed kunt
horen in een ander boot is denk ik een misrekening van Van der Heide
geweest.
In de hut die de boeven later in de Grimbos-trilogie kraken (B14 Een
Klopjacht op een Kapitein p165) is uiteraard weer een batterijradio
aanwezig, helaas worden merk noch technische bijzonderheden vermeld.
Onze nationale trots is tot in Colombia (B34 Bob Evers belegert fort B) bekend: maar onze vrienden hebben inmiddels wel een reisje door de tijd gemaakt, want wat treffen zij (op p140) aan in het huis van Cabral?
Een ouderwetse Philips-radio met druktoetsen: we mogen hierbij aan een toestel met pianoklavier denken maar tijdens de eerdere avonturen van het drietal waren deze apparaten nog niet geproduceerd, laat staan ouderwets.
In B20 Lotgevallen rond een Locomotief kopen de jongens een
auto om naar Mexico te rijden... natuurlijk is dit voertuig weer van een
radio voorzien en op p23 lezen we dat het enkele tellen nodig had om
warm te worden.
De afbeelding toont een buizen-autoradio
(Radiomobile 100 uit Engeland, 1947.)
Autoradios waren rond 1950 voorzien van normale 6V buizen, waarvan de
gloeidraden rechtstreeks uit de accu werden gevoed en de hoogspanning
werd geleverd door een trilleromvormer.
Toen mondjesmaat transistors beschikbaarkwamen zag je ook autoradios met
getransistoriseerde eindtrap een in het HF-deel speciale autobuizen die
konden werken op 12V plaatspanning: ECH83 en EF83.
De scheepszender van de Surfpride is een Hallicrafter (p122), tot op de dag van vandaag een leuk verzamelobjectje dus. De immigratiebende die door Bob, Jan en Arie opgerold gaat worden maakt gebruik van een kortegolfzendernet met enkele bijzondere snufjes erin. Zenders die 36 uur niet zijn gebruikt ontploffen uit zichzelf. De zenders en ontvangers zijn voorzien van scramble-filters, waarmee afluisteren onmogelijk werd. Deze filters wisselen bepaalde frequentiebanden van het audiosignaal om, vergelijkbaar met wat men hoort door een slecht afgestemede enkelzijbandsontvanger.
Dan is er nog de kwestie van de Hell-snelzenders waarmee de organisatie
is uitgerust waarvoor Arie gaat werken in B31 Arie Roos wordt
Geheimagent.
Volgens de beschrijving kun je hiermee een morseboodschap in normaal
tempo opnemenen vervolgens versneld versturen, en veel Bob-Everslezers
hebben de vraag opgeworpen of dit apparaat werkelijk heeft bestaan.
Het antwoord luidt JA: aan het eind van de tweede wereldoorlog werden dergelijke toestellen door de Duitsers gebruikt, maar ze droegen niet de naam Hell.
De naam van het apparaat van Arie Roos is waarschijnlijk geïnspireerd
door de Hell-Schreiber of Hell Fax, een soort voorloper van de fax, waarmee beelden
konden worden ingescand, per radio verzonden, en weer worden afgedrukt op
fotografisch papier.
De Hell-Schreiber werd gepatenteerd door Rudolf Hell (geb. 1901) in 1929
en het apparaat was rond 1960 (toen de Cnall-trilogie werd geschreven)
nog volop in gebruik; de gebruiksaanwijzing van de Siemens Debeg maakt er melding van.
Vrij bekend is de serie over De Club van Draadje (van W.N. van der Sluys), jongens die steeds met radio in de weer waren en natuurlijk steeds een stel boeven te slim af waren.
Op het Spoor van de Nachtegaal is een boek over drie jongens
die tijdens hun kampeervakantie in een dorp terecht komen waar
zendpiraterij op de visserijband de plaatselijke hobby is.
De illegale zenders brengen het luchtverkeer in gevaar, en de jongens
helpen de politie om de uiterste gevaarlijke Nachtegaal op te rollen.
Het boekje verscheen in 1957 en kostte f1,50 in de Kluitman Jeugdserie.