Een uitgebreidere beschrijving van hetzelfde klasse-experiment dat in See Doerr, Helen M. (1995) beschreven staat.
Iets duidelijker onderscheid tussen model exploration and model building dan in het andere artikel, en eisen die gebruik voor model-building aan software stelt (zie ook Judah Swartz), en een uitgebreidere beschrijving van wat in de klas gebeurt.
Haar experiment is nauwkeurig over het ontwikkelen van een model voor beweging, maar kenmerken van dit model worden nauwelijks in relatie met andere onderwerpen gezien.
Ze beschrijft het drie fasen in de klas: experiment, discussie en uitwerking (met analyse-tool functionprobe en simulatie-omgeving interactive physics). Verbazend dat in de discussie pas naar voren komt wat eigenlijk de vragen zijn waarvoor het experiment heeft plaatsgevonden.
Bij de uitwerking wordt ook m.b.v. de simulatie veel data verzameld. Het heeft er vervolgens de schijn van dat met de analyse tool de werking van de simulatie gemodelleerd wordt, i.p.v. het fenomeen (vergelijk ook See Roth, Wolff-Michael, Carolyn Woszczyna, and Gillian Smeith voor een bespreking van dit probleem, zij wijzen op veel heen en weer gaan tussen experiment en microworld).
Het is niet goed te lezen wat er nu precies (en waarom) in de klas is gebeurd. Een beschrijving m.b.v. een hypothetisch leertraject zou hieraan een en ander kunnen verbeteren. Daarbij is niet duidelijk waarom welke sequentie van problemen gegeven is met betrekking tot de modellen die leerlingen ontwikkelen en hoe hierbij top-down gestuurd wordt (emergent models en affordances m.b.t. tools).
Zie ook Helen Doerr's artikel: Creating meaning for and with the graphing calculator, Educational Studies 41: pp. 143-163, 2000. In dit artikel gaat ze in op de rol van de docent en de verschillende rollen die een GC kan spelen in het wiskundeonderwijs.