Schrijf een verslag als een "self-contained" document, dat wil zeggen als een goed gestructureerd verhaal met inleiding en conclusie, en met tekst en uitleg waarin geen (impliciete of expliciete) verwijzingen naar de opgave uit het dictaat voorkomen. Beantwoord uiteraard wel (impliciet) alle vragen voor zover je kunt. Waar zeer op gelet wordt is dat het werkstukje goed is ingedeeld, en aantrekkelijk en duidelijk geschreven is. De lezer die men zich als representant van de doelgroep moet voorstellen is een eerste jaars student die om een of andere reden niet aan dit practicum meedoet. De lezer weet dus, voordat hij jouw stuk leest, niet waar het over gaat en wenst niet eerst zelf de opgave te lezen. Het verhaal moet voor deze lezer toch ook aantrekkelijk en duidelijk zijn. Dus als er in het werkstukje iets staat als "we maken nu onderdeel 6", dan moet je niet verbaasd zijn als het cijfer voor het werkstuk onvoldoende is.

Hou het verslag beknopt (we hebben uitstekende verslagen gezien van een pagina of 7).

De verslagen worden beoordeeld met 0-8 punten voor de inhoud en 0-2 punten voor de presentatie. De 10 is dus gereserveerd voor verslagen waarin niet alleen de betreffende vragen goed zijn opgelost, maar die ook goed gestructureerd en helder geschreven zijn. Een creatieve inbreng kan eveneens reden voor extra beloning zijn.

Het verslag moet in LaTeX gemaakt worden (tenzij je sterke redenen hebt om het niet te doen: maak dan hier van te voren afspraken over met de practicum leider). Naar aanleiding van vroeger ingeleverde opgaven heeft Arno Swart een aantal opmerkingen (pdf, ps) bij het schrijven van een verslag in LaTeX verzameld. Zie ook de tekst "Schrijven in de Wiskunde" ( pdf, een handleiding voor het schrijven van wiskunde, die je op de onderwijspagina's van het Departement Wiskunde kunt vinden onder de link "Schrijfwijzer").

De opdrachten zijn niet altijd eenvoudig; stel dus vragen aan de practicumleiders of medestudenten. Onderschat de tijd die je kwijt bent aan het schrijven van de verslagen niet. Begin tijdig (als je met vragen over de opdracht pas een week of nog korter voor de inleverdatum bij de practicumleiding komt moet je er niet over verbaasd zijn als je niet geholpen wordt).

Hier vind je een voorbeeld van een goed verslag uit 2014. De opgave ging toen over een recursie model van een populatie herten.

Je mag het verslag alleen maken of in een team van twee of drie (dus, per verslag maximaal drie personen). Ook als je samen met anderen het verslag schrijft blijf je aansprakelijk voor de hele tekst.

Om te voorkomen dat (delen van) verslagen gewoon overgenomen worden van medestudenten (andere teams), geldt de volgende frauderegeling: waar gekopieerd is tellen de betreffende delen voor beide verslagen niet mee (we maken dus geen verschil tussen ‘origineel’ en ‘kopie’!); indien dit voor een overgroot gedeelte van een verslag geldt, dan wordt het hele verslag met onvoldoende (0 punten) beoordeeld.
Als je tekst overneemt uit andere bronnen (boek, dictaat, internet, werkstuk), geef dan duidelijk aan dat het niet je eigen tekst is en vermeld je bron. Doe je dat niet dan wordt het als plagiaat gezien en is de universitaire frauderegeling van toepassing.

Lever het verslag op de aangegeven datum in bij aanvang van het werkcollege. Kan je op de datum echt niet naar het werkcollege, doe dan het verslag (voorzien van naam) op een eerder tijdstip in het postvakje (in de hal, begane grond van het Wiskunde Gebouw) van de docent. Alleen elektronisch inleveren is niet mogelijk (dus in ieder geval een papieren versie), tenzij je met je practicumleider anders afgesproken hebt. Later inleveren kan ook niet, tenzij je dat ruim voor de officiële inleverdatum afgesproken hebt met jouw practicumleider. Wil je van deze regeling afwijken, overleg dan met de practicumleider of docent.